Geen zin, geen fut, te moe? Het zijn veel gehoorde argumenten om niet aan sport te doen. Maar mensen die fysiek weinig actief zijn, klagen vaak het meest over vermoeidheid. Wie dagelijks beweegt, voelt zich juist energiek. Door je spieren te gebruiken en je lichaam moe te maken, krijg je een fitter gevoel dan wanneer je inspanningen ontwijkt. De Hersencentra die de fysieke inspanningen regelen, zou ook betrokken zijn bij de controle over gevoelens van energie en vermoeidheid. Een atleet die doorgaat tot de totale uitputting, stopt niet omdat zijn energievoorraad helemaal op is of zijn spieren bezwijken. Wie zou doorlopen tot het laatste beetje energie, zou ter plekke doodvallen. Het lichaam krijgt op een bepaald moment een signaal van uit de hersenen dat het welletjes is geweest. Oververmoeidheid, een bekend verschijnsel bij topsporters, wijst er ook op dat de hersenen controle uitoefenen. Sporters die te lang en te fel trainen en dus hun lichaam dreigen te overbelasten, zien hun prestaties achteruitgaan en worden prikkelbaar, depressief en lusteloos. Fysieke inspanningen lijken een positief effect te hebben op de emoties, zolang je niet overdrijft. Talrijke onderzoeken tonen aan dat wie letterlijk blijft zitten, een niet te onderschatten risico loopt om in de put te geraken. De mogelijke winst in stemming is dan ook het grootst bij mensen die het minst bewegen. Hoe vaker en hoe regelmatiger je beweegt, hoe groter de kans op een energiekere kijk op het leven. Maar je hoeft je niet suf te sporten om de vruchten van je inspanningen te plukken. Een matige activiteit volstaat. Je kan bijvoorbeeld 3 x per week een halfuurtje wandelen of elke dag de kinderen te voet of met de fiets naar school brengen.
Geen zin, geen fut, te moe? Het zijn veel gehoorde argumenten om niet aan sport te doen. Maar mensen die fysiek weinig actief zijn, klagen vaak het meest over vermoeidheid. Wie dagelijks beweegt, voelt zich juist energiek. Door je spieren te gebruiken en je lichaam moe te maken, krijg je een fitter gevoel dan wanneer je inspanningen ontwijkt. De Hersencentra die de fysieke inspanningen regelen, zou ook betrokken zijn bij de controle over gevoelens van energie en vermoeidheid. Een atleet die doorgaat tot de totale uitputting, stopt niet omdat zijn energievoorraad helemaal op is of zijn spieren bezwijken. Wie zou doorlopen tot het laatste beetje energie, zou ter plekke doodvallen. Het lichaam krijgt op een bepaald moment een signaal van uit de hersenen dat het welletjes is geweest. Oververmoeidheid, een bekend verschijnsel bij topsporters, wijst er ook op dat de hersenen controle uitoefenen. Sporters die te lang en te fel trainen en dus hun lichaam dreigen te overbelasten, zien hun prestaties achteruitgaan en worden prikkelbaar, depressief en lusteloos. Fysieke inspanningen lijken een positief effect te hebben op de emoties, zolang je niet overdrijft. Talrijke onderzoeken tonen aan dat wie letterlijk blijft zitten, een niet te onderschatten risico loopt om in de put te geraken. De mogelijke winst in stemming is dan ook het grootst bij mensen die het minst bewegen. Hoe vaker en hoe regelmatiger je beweegt, hoe groter de kans op een energiekere kijk op het leven. Maar je hoeft je niet suf te sporten om de vruchten van je inspanningen te plukken. Een matige activiteit volstaat. Je kan bijvoorbeeld 3 x per week een halfuurtje wandelen of elke dag de kinderen te voet of met de fiets naar school brengen.
No comments:
Post a Comment