Pages

Aids-virus

Aids is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een virus, het humaan immuundeficiëntievirus (HIV), dat het immuunsysteem (het afweersysteem van het lichaam tegen infecties) wijzigt. Het aids-virus of HIV-virus (Human Immunodeficiency Virus) vernietigt bepaalde witte bloedcellen, de T4 lymfocyten (of CD4), die één van de basiselementen zijn van het verdedigingssysteem van het lichaam tegen infecties. Door deze vernietiging ontstaat een uitval van het immuunsysteem waardoor het lichaam kwetsbaar wordt voor talrijke infecties. 

Het aids-virus of HIV-virus:
Het HIV-virus maakt deel uit van de groep van retrovirussen, naar de naam van het enzym dat in deze virussen aanwezig is, het reserve transcriptase. Dit virus varieert doorlopend bepaalde elementen uit zijn structuur; dit gebeurt zo goed dat het virus kan ontsnappen aan de vernietigingsmechanismen die het lichaam ertegen inzet. Daarom is het zo moeilijk om een vaccin te ontwikkelen.

Hoe gebeurt precies de overdracht van het virus:
Om door het aids-virus besmet te raken moet men ofwel seksueel contact hebben gehad met een besmette persoon, ofwel met zijn/haar bloed. Het virus is, om besmettelijk te zijn, immers alleen in voldoende grote hoeveelheden aanwezig in het bloed, het sperma en de vaginale afscheidingen. Geen enkel geval van besmetting door middel van speeksel of tranen werd tot op heden gemeld. Om besmettelijk te zijn, moet het virus in contact komen met zijn werkingsplaats, in het bijzonder de witte bloedcellen (T4 lymfocyten) en dus de barrière doorbreken die wordt gevormd door de huid of het slijmvlies door middel van een prik of een wonde
  • Overdracht via seksuele weg: dit is de belangrijkste manier van overdracht. Anale of vaginale seksuele contacten kunnen de overdracht van het HIV-virus (aanwezig in het sperma en in de vaginale afscheidingen) veroorzaken indien één van beide partners drager is van het virus. De slijmvliezen van de geslachtsorganen en van de anus hebben vaak kleine letsels die het doordringen van het virus bevorderen. Het risico van besmetting bestaat ook, al is dit in veel geringere mate, voor beide partners bij contacten mond-geslachtsorgaan. Het risico van overdracht via seksuele weg is groter: bij talrijke seksuele contacten met wisselende partners; van een seropositieve man naar een seronegatieve vrouw. Ook het risico van overdracht in omgekeerde zin, van een seropositieve vrouw naar een seronegatieve man, bestaat vooral indien het slijmvlies letsels vertoond; dit geldt ook gedurende de menstruatie aangezien het bloed het virus bevat
  • Overdracht via het bloed: dit gebeurt wanneer het bloed van een besmette persoon in contact komt met dat van een andere persoon. Dit kan het geval zijn bij een bloedtransfusie met besmet bloed of bij het doorgeven van spuiten door drugverslaafden die drager zijn van het virus en in geval van teruggebruiken van naalden zonder ze te steriliseren (in het bijzonder in derde wereldlanden) of door een wonde tijdens een gevecht met een drager van het virus. Overdracht via het bloed is een zeer besmettelijke manier, het risico bedraagt in dit geval 90 %. Bij accidentele kwetsuur met materiaal besmet door het HIV geïnfecteerd bloed (vooral in ziekenhuizen) is het risico erg gering, behalve in het geval van een diepe wonde
  • Overdracht via moeder op kind: elke seropositieve vrouw die een kind wil, loopt het risico haar kind te besmetten met HIV. Alle kinderen die geboren worden uit een seropositieve moeder zijn seropositief bij de geboorte, want ze dragen de antistoffen van hun moeder, maar indien ze niet besmet zijn, worden ze seronegatief rond de leeftijd van 15 à 18 maanden. De besmetting gebeurt vooral tijdens het laatste trimester van de zwangerschap, door de micro-bloedingen van de placenta in het vruchtwater en tijdens de bevalling, want het kind komt dan in contact met het bloed van de moeder. Er bestaat ook een risico van overdracht van HIV via de moedermelk. De preventieve behandelingen en maatregelen hebben het risico van besmetting van moeder op kind zeer sterk doen dalen
Hoe gebruik je een condoom

Preventie:
  • Preventie van de overdracht via seksuele weg: bestaat uit het gebruik van condooms tijdens de seksuele betrekkingen. Dit is tot op heden de enige doeltreffende bescherming. Het condoom moet worden gebruikt voor elke type seksuele contacten
  • Preventie van overdracht via het bloed: bestaat uit een strikte controle van de transfusievoorwaarden. Preventieve maatregelen hebben dit risico vandaag tot praktisch nul herleidt. Bij een accidentele prik of snee met een besmet instrument of een instrument waarvan men vermoedt dat het besmet is, moeten de wonden onmiddellijk worden ontsmet. In landen waar er een gebrek is aan medisch materiaal, zijn er grote risico's verbonden aan het hergebruiken van dit materiaal zonder sterilisatie. Preventieve maatregelen tegen de besmetting van drugverslaafden die hun spuiten uitwisselen, hebben te maken met de verslaving zelf: substitutieprogramma's met methadon of subutex, het leveren van nieuw materiaal (steriele spuiten voor eenmalig gebruik kunnen anoniem in de apotheek worden gekocht)
  • Preventie van de overdracht van moeder op kind: berust op medische verzorging. Indien een seropositieve vrouw zwanger is, kan het nemen van anivirale middelen tijdens de zwangerschap en het uitvoeren van een keizersnede het risico van besmetting voor het kind verminderen. Kunstmatige inseminatie kan worden voorgesteld aan koppels die een kind willen en waarvan één van beide partners seropositief en de andere seronegatief is. Indien de man seropositief is, wordt het sperma ontsmet vooraleer te worden ingebracht. Men raadt seropositieve vrouwen aan hun kind geen borstvoeding te geven want er bestaat zeker gevaar op besmetting. Bij het begin van de epidemie raadden artsen seropositieve koppels af om kinderen te hebben, maar het risico van besmetting is vandaag goed onder controle
Wat kan de weerstand helpen versterken bij een aids besmetting:
Astragalus (meer info)

Chlorella (meer info)

Coriolus versicolor (meer info)

Gezegende distel (meer info)

Maitake (meer info)

Reishi (meer info) 

Aids is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een virus, het humaan immuundeficiëntievirus (HIV), dat het immuunsysteem (het afweersysteem van het lichaam tegen infecties) wijzigt. Het aids-virus of HIV-virus (Human Immunodeficiency Virus) vernietigt bepaalde witte bloedcellen, de T4 lymfocyten (of CD4), die één van de basiselementen zijn van het verdedigingssysteem van het lichaam tegen infecties. Door deze vernietiging ontstaat een uitval van het immuunsysteem waardoor het lichaam kwetsbaar wordt voor talrijke infecties. 

Het aids-virus of HIV-virus:
Het HIV-virus maakt deel uit van de groep van retrovirussen, naar de naam van het enzym dat in deze virussen aanwezig is, het reserve transcriptase. Dit virus varieert doorlopend bepaalde elementen uit zijn structuur; dit gebeurt zo goed dat het virus kan ontsnappen aan de vernietigingsmechanismen die het lichaam ertegen inzet. Daarom is het zo moeilijk om een vaccin te ontwikkelen.

Hoe gebeurt precies de overdracht van het virus:
Om door het aids-virus besmet te raken moet men ofwel seksueel contact hebben gehad met een besmette persoon, ofwel met zijn/haar bloed. Het virus is, om besmettelijk te zijn, immers alleen in voldoende grote hoeveelheden aanwezig in het bloed, het sperma en de vaginale afscheidingen. Geen enkel geval van besmetting door middel van speeksel of tranen werd tot op heden gemeld. Om besmettelijk te zijn, moet het virus in contact komen met zijn werkingsplaats, in het bijzonder de witte bloedcellen (T4 lymfocyten) en dus de barrière doorbreken die wordt gevormd door de huid of het slijmvlies door middel van een prik of een wonde
  • Overdracht via seksuele weg: dit is de belangrijkste manier van overdracht. Anale of vaginale seksuele contacten kunnen de overdracht van het HIV-virus (aanwezig in het sperma en in de vaginale afscheidingen) veroorzaken indien één van beide partners drager is van het virus. De slijmvliezen van de geslachtsorganen en van de anus hebben vaak kleine letsels die het doordringen van het virus bevorderen. Het risico van besmetting bestaat ook, al is dit in veel geringere mate, voor beide partners bij contacten mond-geslachtsorgaan. Het risico van overdracht via seksuele weg is groter: bij talrijke seksuele contacten met wisselende partners; van een seropositieve man naar een seronegatieve vrouw. Ook het risico van overdracht in omgekeerde zin, van een seropositieve vrouw naar een seronegatieve man, bestaat vooral indien het slijmvlies letsels vertoond; dit geldt ook gedurende de menstruatie aangezien het bloed het virus bevat
  • Overdracht via het bloed: dit gebeurt wanneer het bloed van een besmette persoon in contact komt met dat van een andere persoon. Dit kan het geval zijn bij een bloedtransfusie met besmet bloed of bij het doorgeven van spuiten door drugverslaafden die drager zijn van het virus en in geval van teruggebruiken van naalden zonder ze te steriliseren (in het bijzonder in derde wereldlanden) of door een wonde tijdens een gevecht met een drager van het virus. Overdracht via het bloed is een zeer besmettelijke manier, het risico bedraagt in dit geval 90 %. Bij accidentele kwetsuur met materiaal besmet door het HIV geïnfecteerd bloed (vooral in ziekenhuizen) is het risico erg gering, behalve in het geval van een diepe wonde
  • Overdracht via moeder op kind: elke seropositieve vrouw die een kind wil, loopt het risico haar kind te besmetten met HIV. Alle kinderen die geboren worden uit een seropositieve moeder zijn seropositief bij de geboorte, want ze dragen de antistoffen van hun moeder, maar indien ze niet besmet zijn, worden ze seronegatief rond de leeftijd van 15 à 18 maanden. De besmetting gebeurt vooral tijdens het laatste trimester van de zwangerschap, door de micro-bloedingen van de placenta in het vruchtwater en tijdens de bevalling, want het kind komt dan in contact met het bloed van de moeder. Er bestaat ook een risico van overdracht van HIV via de moedermelk. De preventieve behandelingen en maatregelen hebben het risico van besmetting van moeder op kind zeer sterk doen dalen
Hoe gebruik je een condoom

Preventie:
  • Preventie van de overdracht via seksuele weg: bestaat uit het gebruik van condooms tijdens de seksuele betrekkingen. Dit is tot op heden de enige doeltreffende bescherming. Het condoom moet worden gebruikt voor elke type seksuele contacten
  • Preventie van overdracht via het bloed: bestaat uit een strikte controle van de transfusievoorwaarden. Preventieve maatregelen hebben dit risico vandaag tot praktisch nul herleidt. Bij een accidentele prik of snee met een besmet instrument of een instrument waarvan men vermoedt dat het besmet is, moeten de wonden onmiddellijk worden ontsmet. In landen waar er een gebrek is aan medisch materiaal, zijn er grote risico's verbonden aan het hergebruiken van dit materiaal zonder sterilisatie. Preventieve maatregelen tegen de besmetting van drugverslaafden die hun spuiten uitwisselen, hebben te maken met de verslaving zelf: substitutieprogramma's met methadon of subutex, het leveren van nieuw materiaal (steriele spuiten voor eenmalig gebruik kunnen anoniem in de apotheek worden gekocht)
  • Preventie van de overdracht van moeder op kind: berust op medische verzorging. Indien een seropositieve vrouw zwanger is, kan het nemen van anivirale middelen tijdens de zwangerschap en het uitvoeren van een keizersnede het risico van besmetting voor het kind verminderen. Kunstmatige inseminatie kan worden voorgesteld aan koppels die een kind willen en waarvan één van beide partners seropositief en de andere seronegatief is. Indien de man seropositief is, wordt het sperma ontsmet vooraleer te worden ingebracht. Men raadt seropositieve vrouwen aan hun kind geen borstvoeding te geven want er bestaat zeker gevaar op besmetting. Bij het begin van de epidemie raadden artsen seropositieve koppels af om kinderen te hebben, maar het risico van besmetting is vandaag goed onder controle
Wat kan de weerstand helpen versterken bij een aids besmetting:
Astragalus (meer info)

Chlorella (meer info)

Coriolus versicolor (meer info)

Gezegende distel (meer info)

Maitake (meer info)

Reishi (meer info) 

No comments:

Post a Comment